Catégories
Néerlandais

Liste vocabulaire néerlandais : 100 adjectifs utiles (A à M)

100 adjectifs utiles en néerlandais (A à M)

🇳🇱 Les mots essentiels à connaître 🇳🇱

_

Apprenez l’essentiel du néerlandais facilement avec cette liste de vocabulaire néerlandais qui contient tous les adjectifs indispensables, avec leurs traductions en français. Pratique pour réviser pour le Bac, ou si vous souhaitez enrichir et améliorer votre vocabulaire en néerlandais pour mieux vous exprimer à l’écrit comme à l’oral !

Vous repérez des erreurs ou souhaitez ajouter un mot de vocabulaire à la liste ? N’hésitez pas à laisser un commentaire pour améliorer le site !

Envie d’apprendre le néerlandais ? testez Babbel !

FRANÇAIS NÉERLANDAIS
accueillant onthalend
admirable bewonderenswaardig
agacé geïrriteerd
âgé verouderd
agréable aangenaam
aimable aardig
amer bitter
amical vriendelijk
amusant amusant
ancien oud
approximatif bij benadering
attentif aandachtig
automatique automatisch
banal banaal
bas laag
beau, bel, belle mooi, mooi, mooi
beaucoup veel
bête, stupide dom, dom
bien goed
bizarre vreemd
blessé gekwetst
bon goed
bon marché goedkoop
bouché verstopt
bronzé gebruind
brusque abrupt
bruyant luidruchtig
calme rustig
capable bekwaam
captivant boeiend
caractériel temperamentvol
carré vierkant
cassé gebroken
catastrophique catastrofaal
célèbre beroemd
chaleureux warm
chanceux boffend
charmant charmant
chaud warm
cher duur
clair duidelijk
classique klassiek
collant klevend
coloré gekleurd
comestible eetbaar
commercial commercieel
commun gemeenschappelijk
compact compact
compatissant meelevend
complet volledig
complexe complex
confiant zelfverzekerd
confortable comfortabel
content gelukkig
convaincant overtuigend
convenable geschikt
convivial vriendelijk
correct, bon juist, goed
coupable schuldig
courageux moedig
court kort
crédible geloofwaardig
croyant gelovig
culturel cultureel
curieux nieuwsgierig
dangereux gevaarlijk
dégoûtant walgelijk
dégoûté walgend
délectable verrukkelijk
délicieux, délicieuse heerlijk
démocratique democratisch
déprimé depressief
dernier laatste
désagréable onaangenaam
déterminé bepaald, vastbeslotenbepaald
différent verschillend
difficile moeilijk
disparu verdwenen
divers divers
doué begaafd
doux voorzichtig
drôle grappig
dur moeilijk, hard
dynamique dynamisch
éblouissant verblindend
écologique ecologisch
économique zuinig
efficace efficiënt
effrayant eng
égoïste egoïstisch
électrique elektrisch
électronique elektronisch
élégant elegant
éloigné verwijderd
émouvant ontroerend
encombrant lastig, veel plaats innemend
énergique energiek
énervé energiek
ennuyant saai
ennuyé verveeld
énorme enorm
ensemble algemeen
enthousiaste enthousiast
entier heel
épais dik
épicé pittig
épouvantable vreselijk
équivalent equivalent
étonné verbijsterd
étrange vreemd
étroit smal
évident duidelijk
exact nauwkeurig
exaltant opwindend
exaspéré geïrriteerd
excellent uitstekend
exceptionnel buitengewoon
excité opgewonden
excusable vergeeflijk
exemplaire voorbeeldig
facile gemakkelijk
faible zwak
fatigant vermoeiend
fatigué moe
faux vals
fermé gesloten
fiable betrouwbaar
formidable geweldig
fort sterk
fou, folle gek
fragile fragiel
frais vers
fréquent vaak
froid koud
furieux woedend
généreux royaal
gentil soort
gigantesque gigantisch
grand big
gros, grosse groot, groot
haut hoog
heureux gelukkig
historique historisch
honnête eerlijk
horrible verschrikkelijk
humide, mouillé vochtig, nat
idéal ideaal
identique identiek
idiot idioot
illégal illegaal
illimité onbeperkt
immédiat onmiddellijk
immense enorm
immobile immobiel
impliqué betrokken
important belangrijk
impossible onmogelijk
impressionnant indrukwekkend
imprévisible onvoorspelbaar
incapable niet in staat
inconnu onbekend
incroyable ongelooflijk
indépendant onafhankelijk
injuste onrechtvaardig
innocent onschuldig
inquiet bezorgd
insignifiant onbeduidend
insuffisant onvoldoende
insupportable ondraaglijk
intelligent intelligent
intenable onhoudbaar
interdit verboden
intéressant interessant
international internationaal
inventif inventief
irrésistible onweerstaanbaar
jaloux jaloers
jeune jong
joueur speels
lâche los
large groot
légal wettelijk
léger light
lent langzaam
local lokaal
loin ver
long lang
louable prijzenswaardig
lourd zwaar
magnifique mooi
malade ziek
maladroit onhandig
malheureux ongelukkig
mauvais slecht
méchant kwaadaardig
méfiant verdacht
merveilleux prachtig
mignon, mignonne schattig
minable ellendig
mince dun
minuscule, infime klein, gering
moderne modern
moelleux zacht
mondial wereldwijd
mort dood
mortel dodelijk
motivé gemotiveerd
mouillé nat
moyen gemiddeld
muet stil, zwijgend
mûr, mature rijp, volwassen
mystérieux mysterieus

➡️ Fiche suivante : 100 adjectifs utiles (N à Z)
⬅️ Fiche précédente : 100 verbes d’action et de mouvements

 

 

©Fichesvocabulaire.com – Ne pas recopier sur d’autres sites

Laisser un commentaire

Votre adresse e-mail ne sera pas publiée. Les champs obligatoires sont indiqués avec *